Op gezette tijden probeer ik me voor te stellen hoe het zou zijn om in een heel ander lichaam te zijn. Dat van een hond bijvoorbeeld of een amoebe. Meestal worden amoebes bij muizen ingebracht, maar in het werk Zelfportret als een amoebe is het andersom. De muizen leven in een mens-grote amoebe.
Zie, daar staat hij, zijn voeten stevig geworteld, met zijn hoofd bij de grond, hangend tussen kikkerdril, gaten in het papier, gedroogde vissen, geëtste en vallende honden. De lintworm-achtige darmen uit zijn abdomen zijn op hol geslagen. Ik ben verliefd op deze man.
Door te koken op vuur werden we meer mens. Maar hier slaan de darmen terug en breiden zich weer uit. We zijn een regenworm met tierlantijnen, spijsvertering van mond tot anus.
Fotografie Gert Jan van Rooij